Kakkerlakken
De meest voorkomende kakkerlakkensoorten in Nederland zijn de Duitse en de Oosterse kakkerlak, deze worden hieronder beschreven.
Ook kennen we de bruinbandkakkerlak, de Amerikaanse kakkerlak, de Australische kakkerlak en de Surinaamse kakkerlak.
Duitse kakkerlak:
Uiterlijk:
– de volwassen Duitse kakkerlak is lichtbruin van kleur, met 2 zwarte lengte strepen op het borstschild en 1,0 tot 1,5 cm lang exclusief antennen.
– de volwassen kakkerlak vliegt alleen bij zeer hoge temperaturen.
– de nimf (onvolwassen exemplaar) is donkerder van kleur heeft geen vleugels en verveld tijdens zijn groei 5 tot 7 maal.
– eipakket: 0,8 * 0,3 * 0,2 cm, bevat gemiddeld 30 eitjes.
Ontwikkeling:
– het wijfje van de kakkerlak kan gemiddeld 7 eipakketjes leggen in haar leven.
– eistadium: 2-5 weken.
– larvale stadium: 6 weken, bij lage temperatuur tot ± 0,5 jaar.
– ei tot volwassen dier: ± 2 maanden bij ongeveer 25º C.
– maximum leeftijd volwassen dier: ± 6 maanden.
Leefwijze:
– de Duitse kakkerlak leeft het liefst op donkere, warme, iets vochtige plaatsten met een voorkeurstemperatuur van 25 tot 32 graden Celsius
(bijvoorbeeld achter een koelkast).
Schade:
– de Duitse kakkerlak bevuilt voedsel, sleept meststoffen mee en is een drager van bacteriën en mijten.
– ook verspreiden ze een onaangename geur door uitscheiding via de rugklier.
Wering:
– om de Duitse kakkerlak tegen te houden dient u na een behandeling naden en kieren zoveel mogelijk te dichten en een zorvuldige hygiëne in acht te nemen.
– afvalstortplaatsen afdekken met een 30 cm dikke laag zand.
Bestrijding:
Bestrijding vergt grote zorg:
– Voorbereiding: inventarisatie om de overlast te bepalen (lijmvallen), voorlichting en bestrijdingsplan opstellen.
– Uitvoering: naden- en kierenbehandeling met chemisch middel of plaatsgewijze toepassing met geldruppels.
– Nazorg: inspectie na 6-8 weken, eventueel nabehandeling. Bij voorkeur periodieke inspecties.
Oosterse kakkerlak:
Uiterlijk:
– de volwassen Oosterse kakkerlak is blauwzwart van kleur en 2,1 tot 2,8 cm lang exclusief antennen.
– de vrouwtjes hebben kleine vleugels en de mannetjes wat grotere vleugels. Ze kunnen echter niet vliegen.
– de nimf (onvolwassen exemplaar) lijkt op het volwassen exemplaar en is zeer donker van kleur.
– eipakket: ± 1,0 * 0,5 * 0,3 cm, bevat gemiddeld 16 eitjes.
Ontwikkeling:
– het wijfje van de Oosterse kakkerlak kan gemiddeld 8 eipaketten in haar leven leggen.
– larve stadium bij 25ºC langer dan 1 jaar.
– ei tot volwassen dier bij 30ºC tenmisnte een half jaar.
– maximum leeftijd volwassen dier bij 20ºC: ± 9 maanden.
Leefwijze:
– verschuilt zich op iets koelere plaatsen als de Duitse kakkerlak. Optimale temperatuur is rond de 25ºC.
– de Oosterse kakkerlak leeft het liefst in donkere vochtige plaatsten in keukens, kruipruimtes of kelders, voornamelijk bij warmwaterleidingen.
– lichtschuw, alleseter maar bij voorkeur zoet en zetmeel, kunnen 2-4 weken leven zonder voedsel.
Schade:
– de Oosterse kakkerlak bevuilt voedsel, versleept meststoffen en is een drager van bacteriën en mijten. Ze verspreiden een onaangename geur.
Wering:
– om de Oosterse kakkerlak tegen te houden dient u na een behandeling naden en kieren zoveel mogelijk te dichten en een zorvuldige hygiëne in acht te nemen.
– situering/inrichting van keukens van belang in verzorgingstehuizen en horeca.
Bestrijding:
Bestrijding vergt grote zorg:
– Voorbereiding: inventarisatie om de overlast te bepalen (lijmvallen), voorlichting en bestrijdingsplan opstellen.
– Uitvoering: naden- en kierenbehandeling met chemisch middel of plaatsgewijze toepassing met geldruppels.
– Nazorg: inspectie na 6-8 weken en na 3-4 maanden, eventueel nabehandeling. Bij voorkeur periodieke inspecties.